De projectorganisatie
Projectorganisatie
Projectgroep
De leiding van het project is in handen van de projectgroep, bestaande uit de projectleider en de voorzitters van drie werkgroepen. De projectgroep regisseert en houdt overzicht.
Werkgroepen
De drie werkgroepen zijn: de werkgroep Inventariseren en kennisdelen (WG1), de werkgroep Pilots (WG2) en de werkgroep Ontwikkelen van een landelijke onderwijskwalificatie voor studenten (WG3), conform de deelprojecten hierboven beschreven. Zij maken de inventarisaties, ontwikkelen en evalueren de pilots en ontwikkelen de peerreview en landelijke erkenning van de kwalificaties. In iedere werkgroep nemen docenten, studenten en student-opleiders zitting. Vanwege het onderwerp van het project, zal fors ingezet worden op een gelijkwaardige samenwerking met studenten.
Consortium
De projectgroep legt verantwoording af aan een klein consortium van enkele universiteiten en hogescholen. Deze groep wordt gezien als adviserende stuurgroep en ‘sponsor’, niet in de zin van financiering, maar in de zin van onderschrijven en promoten van het belang van het project en het creëren van beweging indien en waar nodig. Daarnaast is mandaat nodig van de verschillende instellingen bij landelijke erkenning en certificering.
Klankbordgroep
Voor het project is een klankbordgroep samengesteld. Een brede vertegenwoordiging van instellingen, functies en belanghebbenden wordt beoogd. Deze klankbordgroep kijkt mee, denkt mee en voorziet de plannen van feedback.
Frequentie van bijeenkomsten
De projectgroep komt ca. éénmaal per maand bij elkaar, deels online, deels op locatie. De werkgroepen bepalen frequentie van bijeenkomen zelf, in overleg met de projectleiding. Het consortium komt twee maal per jaar bij elkaar, en wordt daarnaast geraadpleegd indien nodig. De klankbordgroep zal met enige regelmaat gevraagd worden feedback te geven op producten en voorgestelde werkwijze. Na twee jaar volgt een tussenevaluatie en na vier jaar een eindevaluatie.